Grenzen stellen zonder straf

Achtergrond.

Negatief gedrag roept bij ouders vaak automatisch de reactie op om terecht te wijzen en negatieve consequenties te bedenken om negatief gedrag te ontmoedigen.
Omdat dit mechanisme zo is ingeburgerd kost het vaak moeite om het anders te doen.
Ik wil hier graag tegenwicht tegen bieden door een andere manier van opvoeden nog eens te belichten.
Deze andere aanpak is bij het opvoeden van hoogbegaafde kinderen nog extra van belang omdat hoogbegaafde kinderen heel gevoelig zijn voor rechtvaardigheid en congruente communicatie.

Kinderen hebben sturing nodig op een ondersteunende i.p.v.  een bestraffende manier. Hoe je dat doet wil ik aan de hand van het volgende voorbeeld illustreren.

Stel: Je kinderen zijn heel wild aan het stoeien en rennen en maken in hun overmoed een kunstwerk kapot.

 

Het grote verschil tussen straffen en sturing zit in een verschil in basishouding.

In straf zit verwijt, schuld en veroordeling besloten. Het is gericht op gehoorzamen en is gebaseerd op het uitgangspunt dat een kind stopt met ongewenst gedrag als de negatieve consequenties ervan vervelend genoeg zijn. Bijvoorbeeld: apart zetten, niet mogen wii-en, zakgeld inhouden voor een nieuw kunstwerk, etc. Je hoopt dat je kind zich voortaan beter zal gedragen als hij nu de negatieve consequenties ervaart.

Sturing houdt in dat je zonder verwijt en veroordeling doet wat nodig is met respect voor het kind én jezelf én de situatie.  Sturing voldoet aan de volgende criteria:

  • Je bent  én vriendelijk én ferm tegelijk.
  • Je geeft een kind een gevoel van verbondenheid en ertoe te doen.
  • Je leert het kind belangrijke vaardigheden en eigenschappen
  • Je nodigt het kind uit te ontdekken hoe bekwaam het is
  • Het is effectief op de lange termijn

Dat betekent in deze situatie dat je misschien eerst zelf moet afkoelen voordat je er op een vriendelijke, respectvolle manier mee om kunt gaan.  Als je zover bent ga je het gesprek aan. Richt je op oplossingen niet op schuld. Je ondersteunt je kind om verantwoordelijkheid te nemen en manieren te zoeken hoe hij de schade kan herstellen.  Bijvoorbeeld: helpen opruimen van de scherven, zakgeld bijdragen voor een nieuw kunst werk, nieuw kunstwerk maken, etc.

De uitkomst van straf of sturing zou zelfs hetzelfde kunnen zijn, nl. zakgeld inleveren. Het verschil  zit in jouw houding.
Het oude kunstwerk is met geen van beide manieren terug. Maar de aanpak is bepalend voor wat het kind leert.  Leert hij dat hij slecht is en boete moet doen, of leert hij verantwoording te nemen voor zijn gedrag?

Veel ouders zijn bang dat hun kind vooral zal proberen om onder de gevolgen uit te komen en er hardere maatregelen nodig zijn. Mijn ervaring is dat kinderen als ze respectvol en ondersteunend behandeld worden wel degelijk goed willen doen. Bovendien ga jij alleen akkoord met een oplossing die ook voor jou goed is. Als ze gewend zijn om aangepakt te worden, hebben ze misschien even tijd nodig om te vertrouwen op deze nieuwe aanpak. Oefening baart kunst.

Je had er natuurlijk ook voor kunnen kiezen om eerder in te grijpen. “Hier in de kamer wordt niet gestoeid en gerent. Rennen en stoeien mag buiten” En ook hier is je basishouding van groot belang. Zeg je dit vanuit verwijt en  irritatie of zeg je dit vriendelijk en ferm en straal je non-verbaal uit dat je het meent.

En als ze door blijven hollen en stoeien, geef je dan alsnog straf, geef je op, of ondersteun je hen om zich aan de regel te houden en zet je hen vriendelijk en ferm en zonder verwijt buiten de deur? Je begrijpt dat ik dit laatste voor ogen heb.

Er is een groot verschil tussen je kind ‘de les leren’  en je kind te ondersteunen om iets te leren. Je kind voelt het verschil feilloos aan. Je basishouding maakt het verschil.

 

Heb jij vragen over jouw aanpak of wil je je ervaringen delen, maak dan gebruik van onderstaand opmerkingenveld.


Geplaatst

in

door

Tags:

Reacties

2 reacties op “Grenzen stellen zonder straf”

  1. Manon avatar
    Manon

    als ik op deze wijze mijn kinderen buiten de deur wil zetten, komt er zo enorm veel (fysieke) weerstand, dat mijn handelen niet meer ferm en vriendelijk te noemen is.
    Heb je daar ook een suggestie voor?

  2. Marieke avatar
    Marieke

    Beste Manon,
    Ik ben blij met je reactie want nu heb ik de gelegenheid om te verhelderen. Ik zou het vervelend vinden als mensen op mijn advies ‘in gevecht’ belanden.
    Het is belangrijk dat het geen ‘gevecht’ wordt. Als het niet lukt om ook vriendelijk te blijven en je in boosheid verzandt, dan is ‘buiten de deur zetten’ geen goede optie.
    Maar het is interessant om het nog even verder te onderzoeken.

    In de situatie van het voorbeeld zullen kinderen zich verzetten want ze willen blijven rennen en stoeien. Ook fysieke weerstand bieden is (tot op zekere hoogte) normaal. Dat hoeft niet erg te zijn. Vaak schrikken we ervan en worden we uit machteloosheid alsnog boos, maar je kunt er bewust voor kiezen om dat niet te doen.
    Bij kleine kinderen kun je ze, zolang jij zelf vriendelijk blijft, gewoon oppakken en handelen zonder te praten. Een spartelend kind oppakken dat zich verzet lijkt misschien op vechten maar is het niet zolang jij vriendelijk blijft. Het biedt de kinderen de veiligheid en duidelijkheid die ze nodig hebben. Boos aan ze gaan trekken is wel bedreigend en zeker af te raden!

    Als je kinderen te groot zijn en het niet meer lukt om hen op te pakken, kun je wel fysiek ingrijpen door er tussen te gaan staan, in hun looppad te gaan staan en dergelijke zodat ze niet om je heen kunnen. Zeg vriendelijk en ferm dat je rennen en stoeien in de kamer niet accepteert (dat ze dat buiten kunnen doen als ze willen blijven rennen en stoeien). Herhaal je boodschap als dat nodig is. Het is heel belangrijk om non-verbaal vriendelijkheid maar ook daadkracht uit te blijven stralen ook nog bij de derde keer dat je het zegt. Het moet duidelijk zijn dat je meent wat je zegt, maar ook dat jij respectvol blijft.
    Let heel bewust op jouw eigen houding en wat je uitstraalt. Ben je teleurgesteld/boos/”streng”/onzeker/vertwijfeld/ geef je op? Is er iets aan je houding te verbeteren zodat het echt zowel vriendelijk als ferm is? Kan je blijven geloven in jouw punt en volhouden? Kun je met je houding spelen?
    Ik merk zelf heel duidelijk dat mijn houding het grote verschil maakt. Als ik echt meen wat ik zeg en me heel bewust voorneem vriendelijk vol te houden nemen ze me op een gegeven moment serieus. Soms duurt het even voordat ik doordring. Als ik twijfel en minder gefocust bent luisteren ze niet en gaan gewoon door. Als ik me geïrriteerd opstel wordt het een machtsstrijd.

    Is dit antwoord op je vraag?
    Ik hoop dat je hier wat aan hebt. Zo niet, neem gerust contact op.

    Groeten, Marieke van der Zee