(Hoog)Begaafdheid Algemeen

Er is veel discussie over wat hoogbegaafdheid precies is. De één gaat uit van een prestatiegericht model, de ander van zijnskenmerken die in aanleg aanwezige zijn. Weer een andere stroming zoomt in op een mismatch tussen onderwijsaanbod en onderwijsbehoefte. Hoe meer je je verdiept in hoogbegaafdheid, hoe complexer het wordt.  Als mensen vanuit een verschillende visies praten over hoogbegaafdheid ontstaat er al snel verwarring en discussie. Daarom wil ik duidelijk zijn over mijn ideeën over hoogbegaafdheid. Toch wil ik er voor waken dat ‘de definitie’ als rigide keurslijf wordt gebruikt en de werkelijkheid platslaat. Kijk gewoon wat je er in herkent en welke mogelijkheden je ontdekt om te doen wat werkbaar is.

Ik zie hoogbegaafdheid als meer dan alleen een hoge intelligentie; een manier van zijn die intenser en sensitiever is. Deze manier
van zijn werkt in op allerlei aspecten van de persoonlijkheid en heeft gevolgen voor hoe iemand de wereld beleeft en ermee omgaat. Niet beter of slechter, maar anders.

Ik gebruik graag het Delphi model:

“Een hoogbegaafde is een snelle en slimme denker, die complexe zaken aankan. Autonoom, nieuwsgierig en gedreven van aard. Een sensitief en emotioneel mens, intens levend. Hij of zij schept plezier in creëren.”  

Dit betekent voor mij echter niet dat vaststaat wie iemand is en dat als een kind intens en sensitief is hij per definitie hoogbegaafd is en automatisch complex schoolwerk nodig heeft. Uitgaan van het Delphi model betekent ook niet dat als je niet opvallend autonoom bent, je niet hoogbegaafd kan zijn. Mensen zijn veel te complex om in een hokjes te stoppen en hebben allerlei redenen om zich te gedragen zoals ze doen.