Doel: duidelijk zijn en richting geven.
Achtergrond.
Een belangrijke taak van ouders is om hun kinderen richting te geven, ze te leren wat gewenst gedrag is en welk gedrag onacceptabel is. Richting geven is : “Hoe werkt het in de wereld en hoe kun jij op jouw manier daarbinnen bewegen?”
Kinderen die zich gezien en gehoord voelen willen graag goed doen, maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat ze ook altijd meteen doen wat jij zegt. Zij hebben hun eigen wensen en belangen en die kunnen uiteraard botsen met de jouwe. Jij weet bijvoorbeeld dat het belangrijk is dat je kind voldoende slaapt, maar hoe krijg je dat voor elkaar als je kind de dag nog niet achter zich wil laten, of te laat aan zijn huiswerk is begonnen en het echt nog even af wil maken, of niet bereid is het tv-programma halverwege uit te zetten, of….
Veel conflicten kunnen worden opgelost door behoeften helder te krijgen en oplossingen te vinden die aan de verschillende behoeften tegemoet komen. Zie hiervoor het artikel “Verminder machtsstrijd. Richt je oplossingen”. Toch is een goede oplossing bedenken niet altijd genoeg. Soms heb je een goede oplossing en lukt het een kind toch nog niet om te doen wat nodig is en heeft hij jouw sturing nodig. Sturing is helder zijn in wat en waarom je iets wilt en dan ferm en vriendelijk bij je punt blijven. Over die situaties gaat dit artikel.
Wat ik binnen mijn praktijk vaak zie is dat ouders veel uitleggen waarom ze iets willen. Tot zover gaat het goed. Kinderen, zeker hoogbegaafde kinderen, hebben informatie nodig over waarom je iets wilt of belangrijk vindt. Laat je dus niet van de wijs brengen als anderen zeggen “dat je gek bent dat je zo veel uitlegt”. De informatie hebben ze nodig. Bij weetgierige kinderen die de wereld willen bevatten gaat “Omdat ik het zeg” echt niet werken.
Waar het misgaat (als het al misgaat) is als ouders na hun uitleg niet vriendelijk en ferm bij hun punt blijven maar gaan overtuigen, in de hoop dat kinderen wel meewerken als ze het beter snappen. Als kinderen na alle ‘overtuigende argumenten’ nog niet doen wat ze moeten doen, voelen ouders zich gepiepeld, verwijten ze het kind dat hij zo lastig is en zich niet aan de afspraken houdt, of maken ze zich zorgen dat hij nooit zal leren hoe het hoort. Stress!! Kinderen reageren op die stress. Stress roept stress op en zet aan tot vechten, vluchten of onderwerpen/verstarren.
Het goede nieuws is dat het kind al lang weet dat het niet mag slaan, daar hoef jij hem niet van te overtuigen; het lukt hem alleen nog niet om zijn probleem anders op te lossen. Hij weet best dat het gezond is om op tijd te gaan slapen, maar kan het nog niet rijmen met zijn andere behoeften, enzovoort.
Hij heeft sturing nodig, geen uitleg.
Werkwijze.
Eén ding tegelijk.
Bedenk welke terugkerende irritaties er zijn waarbij jij gaat zeuren en je kind niet doet wat jij wilt.
Kies de belangrijkste uit en laat de rest nog even zoals het is. Als je het eerste irritatiepunt doorbroken hebt kun je een volgend punt aanpakken, maar niet alles tegelijk. Veranderingen gaan stap voor stap.
Ga na of het punt van ergernis werkelijk zo belangrijk is als jij denkt/voelt. Zo niet: laat los. Zo ja: focus je de komende tijd heel bewust op dit punt en oefen om ferm en vriendelijk bij je punt te blijven.
Wees duidelijk in wat je wel/niet wilt. Benoem je uitgangspunt/ regel.
Kies bewust een ferme én vriendelijke houding en toon, zonder verwijt, beschuldiging, veroordeling. Straal uit dat je het meent.
- “Ik vind het belangrijk dat iedereen aan tafel is zodra het eten op tafel staat”
- “Ho, stop: We slaan elkaar niet.” “Welke woorden kun je gebruiken?”
- “ Het is bedtijd.”
Ga uit van de situatie zoals hij is i.p.v. de gewenste situatie.
Aanvaard dat het nu zo is dat je kind niet doet wat nodig is. Als je wilt dat dit verandert betekent dit dus dat jij iets anders moet gaan doen. Extra uitleggen heeft geen zin want hij snapt het al lang. Het lukt hem niet, hij heeft andere prioriteiten, enzovoort.
Richt je op wat jij gaat doen i.p.v. wat de ander wel/niet moet doen.
Stop met uitleggen en overtuigen. Doe wat nodig is en blijf bij je punt.
Een paar voorbeelden:
- Je zoon van 11 komt niet op tijd aan tafel en daar baal je van.
Je kunt vinden dat je van een kind van 11 best mag verwachten dat hij uit zichzelf op tijd aan tafel komt, zeker als je het 5 minuten van te voren al hebt aangegeven. Dat zou inderdaad fijn zijn, maar helaas, het feit is dat hij dat dus niet doet. Tijd om zelf anders te handelen.
Stop met uitleggen/mopperen/zeuren.
Bouw in je planning tijd in om naar hem toe te gaan, in plaats van te roepen als je het eten op tafel zet. Wees duidelijk: “Het is tijd om aan tafel te gaan”, let op een vriendelijke ferme toon en houding.
Straal non-verbaal uit dat je verwacht dat hij afrondt en komt. Jouw fysieke aanwezigheid maakt dat hij afrondt wat hij aan het doen is. Neem hier kort de tijd voor. Ga niet in discussie. Geef niet op. Zodra hij afrondt ga je samen gezellig (niet mopperen) aan tafel. Geef geen complimenten als hij snel afrondt; het is vanzelfsprekend dat hij doet wat nodig is. - Je zoon van 4 slaat andere kinderen in de speeltuin. Wees duidelijk: “Ho stop we slaan elkaar niet”. Als bemiddelen niet lukt (zie: hoe je ruzie in goede banen leidt) pak je je kind op en neem je hem mee naar bijvoorbeeld de auto (ergens waar je rustig kunt zitten) “Zeg jij maar wanneer je genoeg bent gekalmeerd om weer te spelen zonder te slaan”. Een vriendelijke houding is hierbij essentieel, anders wordt het alsnog als straf ervaren.
- Jullie hebben ontdekt dat je dochter van 13 de volgende ochtend chagrijnig is als ze later dan 21.00 uur gaat slapen en daarom is de regel dat ze om 21.00 uur in bed ligt. Om iets voor 21.00 uur is ze nog uitgebreid aan het rommelen en ze maakt geen enkele aanstalten om zich klaar te maken. Wees duidelijk. “Het is tijd om te gaan slapen”. Blijf in haar kamer (of in de buurt als privacy belangrijk is) en straal vriendelijk en ferm uit dat je verwacht dat ze zich gaat klaarmaken. Ga niet in discussie, blijf vriendelijk en ferm zonder verwijt aanwezig.
Tips en Valkuilen.
Sommige ouders willen zo graag een fatsoenlijk, goed functionerend persoon van hun kind maken dat ze een lange lijst van leerpunten hebben. Het kind voelt hierdoor geen ruimte voor zichzelf en komt in opstand of zoomt uit. Het gaat om de balans. Welke basisuitgangspunten/regels vind je echt belangrijk en ga je handhaven en welke punten vind je bij nader inzien minder belangrijk en laat je los?
Sommige ouders weten niet goed hoe ze hun punten erdoor kunnen krijgen en laten het gaan om de lieve vrede te bewaren. Ik nodig deze ouders uit om het effect te ontdekken van hun non-verbale, vriendelijke en ferme aanwezigheid.
Hoogbegaafde kinderen ontwikkelen zich asynchroon. Bovendien worden verbaal sterke kinderen die veel begrijpen gemakkelijk overschat in welke verantwoordelijkheden ze aankunnen. Je maakt het jezelf een stuk eenvoudiger om gewoon te handelen naar de situatie i.p.v. je af te vragen of een kind iets al zou moeten kunnen.
Ik merk dat ouders die af willen stappen van een autoritaire manier van opvoeden soms denken dat dat betekent dat ze alles met hun kind moeten overleggen en tot consensus moeten komen en dat als er consensus is het kind zal doen wat er is afgesproken. Dat is niet zo.
Hoe jonger het kind, hoe meer jij zonder overleg bepaalt. Dat geeft duidelijkheid en een gevoel van veiligheid. Natuurlijk neem je de behoefte van je kind (en van jezelf en de omgeving) mee in je overweging.
Wees gerust; het is normaal dat kinderen niet doen wat ze moeten doen en dan zijn er vele ferme en tegelijk vriendelijke manieren om ze sturing te geven zonder straf.
Herken jij bij jezelf wanneer je gaat overtuigen-opgeven/afdwingen (sancties) of wanneer je rustig bij je punt blijft en doet wat nodig is? Welke good practices wil je met ons delen om ons te inspireren?