Doel: respectvol grenzen stellen.
Achtergrond.
Als je me al langer kent weet je dat de opvoedmethode die ik hanteer gebaseerd is op “Positive Discipline” van Jane Nelsen. Het uitgangspunt hierbij is dat iedere situatie, hoe lastig ook, positief is aan te pakken zonder straf/beloning, zonder veroordeling en verwijt. Dit is mijn diepe overtuiging en zie ik iedere keer weer in de praktijk bevestigd.
Toch merk ik dat dit uitgangspunt regelmatig tot verwarring leidt en enige verduidelijking behoeft. De term ‘positief opvoeden’ suggereert misschien dat een kind lachend en vol liefde meewerkt aan dat wat ouders willen, als ze het maar positief genoeg brengen. Als dit blije beeld wordt verstoord omdat ouders alsnog op verzet van hun kind stuiten, twijfelen ze of ze het verkeerd hebben aangepakt. De sfeer is immers niet meer positief.
Het is een misvatting om te denken dat met ‘positief opvoeden’ iedereen altijd blij en gelukkig is. Opvoeden is per definitie conflict. Er zijn dagelijks tal van situaties waarin grenzen nodig zijn, ook als je kind dat niet leuk vindt en gefrustreerd raakt. Bijvoorbeeld als je kind zin heeft om vlak voor de maaltijd een zak snoep leeg te eten, of als je kind het nodige verkeersinzicht nog mist maar toch zelfstandig zonder toezicht aan het verkeer wil deelnemen, of als je kind uren wil gamen en jij het belangrijk vindt dat hij ook nog iets anders doet dan alleen gamen, of als hij nog geen zin heeft om naar bed te gaan maar z’n slaap wel nodig heeft, en zo kan ik nog wel even doorgaan.
Jouw ingrijpen kan nodig zijn, maar betekent dat het niet gaat zoals je kind het wil en uiteraard is hij dan gefrustreerd, verdrietig, teleurgesteld of wat ook maar.
Met ‘positief opvoeden’ bedoel ik niet dat iedereen de hele dag blij en in harmonie samenleeft. Ik bedoel dat je als ouder vriendelijk, ferm en respectvol blijft, ook als je kind niet doet wat hij zou moeten doen. Het betekent dat je duidelijk bent en vriendelijk doet wat nodig is, zonder te vervallen in verwijten en veroordelingen.
Een tweede misvatting is om ‘benoemen wat in jouw ogen niet goed gaat’ gelijk te stellen aan verwijten en veroordelen. Dat is het niet. Er is een verschil tussen ‘duidelijk zijn / doen wat nodig is’ aan de ene kant en ‘veroordelen/verwijten maken’ aan de andere kant. In de praktijk merk ik dat cliënten dit onderscheid in het begin soms nog lastig vinden. “Ho stop!, we slaan elkaar niet” klinkt in hun oren veroordelend. Toch hoeft dat niet zo te zijn. Als de toon vriendelijk en ferm is vind ik het een goed voorbeeld van ‘duidelijk zijn’. Je geeft het kader aan. En als je er tussen springt en ferm en vriendelijk de arm vasthoudt van iemand die wil slaan valt dat voor mij onder ‘doen wat nodig is’.
Heel anders is “Hé, ben je helemaal gek geworden, slaan mag niet” en je kind ruw naar het strafstoeltje sleept. het zal duidelijk zijn dat deze aanpak wel veroordelend is. Het verschil is dat je in de eerste situatie aanvaardt dat dingen nog niet gaan zoals ze zouden moeten gaan. Je realiseert je dat dat inherent is aan opgroeien. Je grijpt in en geeft de te ontwikkelen richting aan. Je toon is vriendelijk en ferm tegelijk.
Het is pas een verwijt of veroordeling als wat je zegt of doet voortkomt uit je boosheid, je kind verwijt dat hij doet wat hij doet.
Op ferme vriendelijke toon te benoemen wat niet acceptabel is geeft duidelijkheid en veiligheid en hoort wel degelijk bij positief opvoeden.
Werkwijze.
Wees je bewust dat het soms gewoon nodig is om grenzen te stellen. Als je kind boos of gefrustreerd raakt wil dat nog niet zeggen dat jij het verkeerd doet. Is je grens terecht? Ben jij daadkrachtig en respectvol gebleven? Als je dit met ja kunt beantwoorden zit je op de goede weg.
Aanvaard en erken zijn emotie. “Jammer hè, dat je geen hele zak snoep mag leegeten/ dat je nog niet alleen in het verkeer mag/ dat je gametijd voorbij is/ dat het bedtijd is”
Doe wat nodig is zonder verwijt.
Aanvaard dat je kind nog niet alles onder controle heeft, dingen verkeerd aanpakt, enz. Dat betekent dat het aan jou is om in te grijpen en richting te geven. Inpeperen hoe slecht hij zich gedraagt helpt hem niet het beter te doen. Hij voelt zich alleen maar tekortschieten. Aangeven ‘wat wel’ en daarmee laten oefenen geeft richting.
Wees je bewust van het verschil tussen ‘doen wat nodig is’ en ‘verwijten maken’.
Hieronder nog een voorbeeld om het verschil te verduidelijken.
Stel je hebt je kind nadrukkelijk gezegd dat hij niet dicht bij het water mag spelen. Desondanks vind je hem even later toch dicht bij het water. Je hebt geen tijd om samen met hem buiten te blijven.
Verwijten/veroordelen.
Op boze toon zeg je: “Je houdt je niet aan de afspraak (= verwijt) dus jij mag niet meer buiten spelen” (= sanctie).
Als kind zich verzet: “Dan had je maar beter moeten luisteren”
Duidelijk zijn en doen wat nodig is.
Op vriendelijke ferme toon zeg je “Je vindt het nog moeilijk om bij het water uit de buurt te blijven. (=constatering, als de toon vriendelijk is is het geen verwijt) Dus wil ik op je kunnen letten als je buiten speelt. Daar heb ik nu jammer genoeg geen tijd voor dus we gaan naar binnen”. (= doen wat nodig is)
Als kind zich verzet: “Jammer hè, je wilt zo graag buiten blijven, toch lukt dat nu niet. Kom schat; we gaan naar binnen.”
Erken zijn teleurstelling, blijf bij je punt. Herhaal dit tot hij meegaat naar binnen. Bij een jong kind kun je hem oppakken en mee naar binnen nemen. Let op een daadkrachtige en tegelijk vriendelijke toon en houding.
Ga niet in discussie of verder uitleggen, enzovoort
Ken je kind goed genoeg om te weten welke verantwoordelijkheid hij al aan kan en welke nog niet. Kan hij nog niet alleen buiten blijven zonder naar het water te gaan? Doe dan wat nodig is: Je gaat of samen naar buiten of hij blijft binnen bij jou. Het is een misvatting om te denken dat hij zich aan de regels houdt als jij maar streng genoeg aangeeft wat wel en niet mag. Zijn hersenen zijn nog onvoldoende gerijpt om zijn impulsen te beheersen, gevaar goed in te schatten enzovoort.
Natuurlijk snap ik heel goed dat het niet altijd lukt om vriendelijk en respectvol te blijven. We zijn allemaal mens. Het is zoals het is. Erken je fout en ‘get back on track’