Hoe je je leven makkelijker maakt als je je sensorische patroon kent

Doel: aansluiten bij ieders aard.

 

Achtergrond.

In het boek “Leven met sensaties; begrijp je zintuigen” geeft Winnie Dunn (bewerkt door André Rietman) heel overzichtelijk weer hoe mensen verschillen qua sensorische prikkelverwerking en hoe je recht kunt doen aan ieders aard.  Hieronder neem ik enkele hoofdlijnen van hen over. Wie meer wil lezen kan ik het boek van harte aanbevelen.

Dunn geeft aan dat hersenen prikkels nodig hebben om te functioneren en dat die informatie afkomstig is van de volgende zintuigen:

  • Tastreceptoren vertellen je over de grens van je lichaam
  • Het positiezintuig volgt waar je lichaamsdelen in de ruimte zijn
  • Bewegingssensoren volgen waar je in de ruimte bent
  • Orale zintuigen vertellen ons over smaken, texturen en temperaturen
  • Visuele zintuigen creëren een kaart van de wereld
  • Geluidsreceptoren brengen ruimte en afstand in kaart
  • Reukzintuigen zijn primair en met onze emoties verbonden

Mensen verschillen in snelheid waarmee de hersenen sensorische input (prikkels) opmerken. De hersenen werken op basis van drempels. Als drempels laag zijn, betekent dit dat hersenen input heel snel opmerken. Als drempels hoog zijn, betekent dit dat de hersenen veel prikkels nodig hebben om voldoende input te verzamelen en dan in actie komen. Met lage drempels nemen we dingen snel waar, met hoge drempels kunnen dingen ons ontgaan. De drempel kan per zintuig verschillen. (Dunn, 2013, p. 29).

Mensen verschillen niet alleen in de snelheid waarmee prikkels worden opgemerkt, ze verschillen ook in de manier waarop ze hun reactie op prikkels reguleren. Mensen met een actieve zelfregulatie doen dingen om de hoeveelheid en het soort sensorische input te regelen. Mensen met een passieve zelfregulatie laten sensorische input over zich heen komen en reageren pas daarna op de input.

Deze verschillen maken dat er in grote lijnen vier basale manieren zijn waarop mensen op sensorische informatie reageren:

Passieve zelfregulatie Actieve zelfregulatie
Hoge neurologische drempel Toeschouwer Zoeker
Lage neurologische drempel Sensor Vermijder


Zoekers
hebben veel prikkels nodig en creëren opwinding en verandering om hen heen. Een Zoeker houdt bijvoorbeeld van ‘multitasken’ of gaat ook bij een propvol werkschema nog even tussendoor boodschappen doen.

Toeschouwers hebben intense sensorische input nodig om op te merken wat er gaande is. Ze maken zich niet snel druk en hebben niet snel last van situaties maar kunnen ook belangrijke informatie missen. Toeschouwers vinden het bijvoorbeeld geen probleem als de routine verstoord wordt of hebben geen last van de geluiden van hun buren.
Als je van je gezinsleden te horen krijgt dat iets nog niet schoon is nadat je het net hebt schoongemaakt, ben je waarschijnlijk een toeschouwer. En als je regelmatig je telefoon, portemonnee of andere belangrijke dingen kwijt raakt, is de kans groot dat je een toeschouwer bent.

Vermijders zijn snel overprikkeld en creëren routines om het leven rustig en beheersbaar te maken. Ze zijn voorspelbaar en houden zich aan de regels. Ze hebben voorkeur voor korte gesprekken waarin alleen besproken wordt waar het om gaat. Ook hechten ze bijvoorbeeld aan een duidelijke agenda bij een vergadering zodat er geen willekeurige onderwerpen aan de orde komen.

Sensors raken, net als Vermijders, makkelijk overweldigd door alle sensorische informatie. Ze zijn heel gevoelig voor wat er om hen heen afspeelt en merken meer details op dan anderen. Ze hebben precieze ideeën over hoe een situatie moet worden aangepakt. Een Sensor raakt makkelijk afgeleid door activiteiten van mensen om hen heen.

In het genoemde boek is een vragenlijst opgenomen die inzicht biedt in welk sensorisch patroon van toepassing is. Ook staan er vele praktische voorbeelden van de verschillende sensorische patronen zodat mensen kunnen zorgen voor een afgestemd prikkelniveau.

Wat betekenen deze verschillen voor de opvoeding?

 

Werkwijze.

De zoeker-ouder.

Zoeker-ouders zijn goed in het bedenken van nieuwe ideeën en om allerlei mogelijkheden op het pad van hun kinderen te leggen. Ze houden van spontane plannen. Dit sluit goed aan bij Zoeker- en Toeschouwer-kinderen die ook veel prikkels nodig hebben.

  • Leef je samen met je Zoeker- en Toeschouwer-kinderen helemaal uit en bied vele activiteiten aan.
  • Zorg voor verrassingen om Zoeker- en Toeschouwer-kinderen geïnteresseerd te houden.
  • Vergroot de sensorische prikkels voor Zoeker- en Toeschouwer-kinderen door bijvoorbeeld muziek op te zetten, posters op kinderhoogte op te hangen, speelgoed op te bergen op lastig bereikbare plekken zodat ze meer moeten kruipen en klimmen, kleren op verschillende plekken te leggen zodat ze bij het aankleden meer bewegen enzovoort. Stimuleer om blootsvoets te spelen op verschillende ondergronden zodat ze veel verschillende sensorische input opdoen.

Zoeker-ouders zullen voor hun Vermijder- en Sensor-kinderen heel bewust de hoeveelheid prikkels moeten beperken omdat deze kinderen overprikkeld raken als ze op het prikkelniveau van een Zoeker moeten functioneren.

  • Maak bewust plannen om in je eigen sensorische behoefte te voorzien op momenten dat Sensor- en Vermijder-gezinsledens afwezig zijn.
  • Beperk de sensorische prikkels voor Vermijder- en Sensor-kinderen; eet op een vaste plek, leg kleren op 1 plek overzichtelijk bij elkaar, etc.
    Doe bijvoorbeeld boodschappen zo veel mogelijk zonder je Vermijder- en Sensor-kinderen maar juist wel samen met je Zoeker- en Toeschouwer-kinderen. Als je Vermijder- en Sensor-kinderen toch mee moeten, geef ze dan een gerichte zoekopdracht in de winkel zodat hun aandacht wordt gekanaliseerd en ze minder overweldigd worden.
  • Creëer een rustige plek voor Sensor- en Vermijder-kinderen waar ze rustig kunnen spelen of lezen zonder geconfronteerd te worden met de drukte van het gezinsleven.
  • Beperk de hoeveelheid ongestructureerde tijd die een Vermijder- of Sensor kind in aanwezigheid van anderen moet doorbrengen.
  • Spreek een teken af met je Vermijder- en Sensorkinderen zodat duidelijk wordt wanneer het teveel wordt en ze weg willen

Zoeker ouders hebben moeite met het in stand houden van routines. Voor Vermijder- en Sensor-kinderen helpen schema’s en routines om overzicht te houden en de sensorische input beheersbaar te houden.

  • Maak samen met je kinderen schema’s en hang ze op zodat kinderen zelf hun eigen schema kunnen volgen.

 

Vermijder-ouders.

Vermijder-ouders creëren een kalme, rustige en ordelijke omgeving. Ze zijn goed in het opstellen van schema’s en het invoeren van routines zodat ze hun omgeving voorspelbaar houden en de sensorische input onder controle hebben.

Dit sluit goed aan bij de behoeften van Vermijder- en Sensor-kinderen. Realiseer je echter dat mensen gevoelig zijn voor verschillende soorten prikkels. Als je kind met name een lage drempel heeft voor aanraking en op dat vlak dus snel overprikkeld raakt heeft het terugdringen van geluidsprikkels geen effect.

Kinderen zijn druk en onvoorspelbaar en zullen daarom meer sensorische input creëren dan de Vermijder-ouder prettig vindt.

  • Creëer ruimte in je programma om zelf voldoende tot rust te komen.
  • Creëer een actieve speelhoek (souterrain, boven met de deur dicht, buiten) waar kinderen veel lawaai kunnen maken zonder dat jij  daar last van hebt.
  • Bedenk een plan waardoor Zoeker-kinderen op een gestructureerde manier extra sensorische input (beweging, muziek, etc) krijgen zonder dat jij daar last van hebt.
  • Geef een kind een mp3 speler of ipod zodat het muziek kan luisteren zonder dat jij er last van hebt.
  • Laat tijdens gezinsactiviteiten zoals de maaltijd de Zoeker- kinderen bijvoorbeeld de pannen uit de keuken halen en alle dingen doen waar beweging en activiteit voor nodig is.
    Zorg voor bezigheden tijdens de autorit die sensorische input geven (ergens naar kijken of luisteren) en die voor jou niet belastend zijn (koptelefoon op).

Toeschouwer-kinderen hebben wel veel prikkels nodig maar zoeken die niet uit zichzelf op. Ze lijken makkelijk omdat ze geen eisen stellen. Voor Vermijder-ouders is dat heerlijk overzichtelijk. Het risico is dat Toeschouwer-kinderen door Vermijder-ouders te weinig geprikkeld worden en dat de Toeschouwer-kinderen als gevolg van te weinig prikkeling dingen om hen heen niet opmerken.

  • Zorg voor extra prikkels (zonder dat deze ten koste gaan van je eigen rust)
    • wiebel kussen
    • oortelefoon om tijdens klusjes naar muziek te luisteren
    • kleren op ongebruikelijke plaatsen leggen zodat ze veel heen en weer moeten lopen bij het aankleden enz.

 

Sensor-ouders.

Sensor-ouders zijn goed in het waarnemen van details en zijn zich bewust van stemmingen, behoeftes en patronen van hun kinderen. Als ze hun sensorische waarnemingen benoemen kunnen ze het bewustzijn op dit vlak binnen het gezin versterken.

Ze houden van precisie en kunnen veel regels creëren om dingen op een bepaalde manier te laten gebeuren. Dit kan nuttig zijn voor Vermijder- en Sensor-kinderen omdat het duidelijkheid en voorspelbaarheid biedt. Het is dan wel van belang dat de regels overeenstemmen met de behoeften van de Vermijder- en Sensor-kinderen.

Sensor-ouders en kinderen hebben moeite met de drukte die bij een normale dag horen. Ze kunnen opvliegend lijken omdat ze maar weinig prikkels kunnen verdragen en een teveel hen overvalt.

Sensor kinderen spelen graag alleen omdat de drukte van anderen hen overweldigt. Dat is prima natuurlijk en is ook voor een sensor-ouder plezierig. Realiseer je echter dat het ook voor Sensor-kinderen belangrijk is dat ze positieve ervaringen opdoen in vriendschappen. Structureer voor hen de speelsituaties zodat ze niet overweldigd worden. Stimuleer de activiteiten die minder belastend zijn; een overzichtelijk bordspel waarbij ieder op zijn plek blijft zitten overweldigt minder dan een kussengevecht.

 

Toeschouwer-ouders.

Toeschouwer-ouders kunnen hun kinderen heel goed flexibiliteit en een zorgeloze omgeving bieden. Ze raken niet snel over hun toeren en kunnen dingen op hun beloop laten waar anderen gestrest van raken. Aan de andere kant kunnen ze ook signalen niet of te laat opmerken.

Zoeker-kinderen zijn voor toeschouwer-ouders het gemakkelijkst omdat Zoeker-kinderen uit zichzelf voor activiteit zorgen die ook de toeschouwer-ouder ten goede komt.
Toeschouwer-ouders en kinderen hebben veel prikkels nodig maar zoeken die van nature niet zelf op. Een Toeschouwer-ouder zal dus bewust een plan moeten maken om de prikkels te creëren die toeschouwer-kinderen (en zijzelf) nodig hebben.
Vermijder-kinderen hebben de neiging zich terug te trekken bij te veel prikkels. Toeschouwer-ouders lopen het risico hun vermijder-kinderen te veel met rust te laten als ze zich terugtrekken. Toeschouwer-ouders met vermijder-kinderen zullen manieren moeten vinden om zichzelf er aan te herinneren dat ze hun vermijder-kinderen aandacht geven zodat ze niet buiten de interacties in het gezin komen te staan.

 

Tips en valkuilen.

Iedereen interpreteert de wereld vanuit zijn eigen referentiekader. Dus als jij een Zoeker bent ga je er als snel vanuit dat andere mensen ook behoefte hebben aan veel sensorische input en kan je je bijvoorbeeld niet voorstellen dat iemand er niet van is gediend dat je spontaan op bezoek komt.
Als jij een Sensor bent kan je je niet voorstellen dat anderen niet zien dat iets nog niet schoon is en denk je bijvoorbeeld dat een Toeschouwer lui of gemakzuchtig is.

Door je in elkaars sensorische patroon te verdiepen kun je elkaar beter begrijpen en gemakkelijker oplossingen vinden die recht doen aan iedereen.

 

Als je zelf mooie voorbeelden hebt van oplossingen om aan je sensorische behoefte tegemoet te komen, deel ze dan met ons in onderstaand opmerkingen veld.

 

Bronnen:

Bron: Dunn W. (2013) Leven met sensaties; Begrijp je zintuigen. Nederlandse bewerking: André Rietman. Pearson Amsterdam.

Reacties

Eén reactie op “Hoe je je leven makkelijker maakt als je je sensorische patroon kent”

  1. Follens avatar
    Follens

    Heel interessant!!! Ik herken mij id sensorouder met sensorkids en besef dat ik te weinig duidelijke regels stel.